Blog voor leerkrachten Hallo, 'De juf heeft gewoon het idee dat ze wat meer tijd nodig heeft', zo begint de moeder haar verhaal. Meer tijd? Ik luister naar haar verhaal. Meer tijd nodig? Die woorden 'triggeren' me. De juf heeft al veel voor het meisje gedaan. Ik hoor niets dan lof over haar. Zou meer tijd echt helpen bij een rekenzwakke leerling? En wat doe je dan met 'meer tijd'? De leerkracht van het meisje deed in ieder geval het volgende:
En de rekenmethode gaat ondertussen steeds maar door! |
![]() |
En dat is lastig, want rekenen is een 'stapelvak'. In elk hoofdstuk van de rekenmethode wordt er aan verschillende leerlijnen gewerkt. Elk stukje van een leerlijn stapelt verder op de al reeds eerder geleerde kennis en vaardigheden. De leerling uit mijn verhaal is nu bezig met optellen en aftrekken tot 100.
Het gebruik van een rekenrek, de kralenketting (of de eigen vingers) is slechts een (eerste) fase in de rekenontwikkeling. Als leerlingen langdurig materiaal nodig hebben, zie je dat ze in het informeel handelend rekenen blijven steken, ze blijven voortdurend 'tellen' (verder- of terugtellen) in plaats van leren rekenen met sprongen. Mijn doelen zijn daarom helder, ik wil mijn leerlinge het volgende leren:
Bij elk leerdoel heb ik de vier fases van het handelingsmodel voor ogen. Deze fases bieden steun en houvast. Ik gebruik één materiaal; de eierdozen én ik gebruik één strategie; de rijgende strategie. Eind groep drie rekenen alle leerlingen de bewerkingen tot 10 en 20 minimaal uit op het niveau van 'voorstellen abstract'. Begin groep vier is het gebruik van concreet materiaal zoals een rekenrekje (of vingers) overbodig als de leerlingen tot 100 leren rekenen. WAT VIND JIJ? Ik zou het heel gaaf vinden als je wilt reageren op deze stelling. Ben je het ermee eens? Lukt het jou? Hoe? Je kunt reageren door deze mail te beantwoorden. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------- Wil je praktische handvatten hoe je (rekenzwakke) leerlingen de bewerkingen tot 20 en 100 leert automatiseren? Met beeldende groet, Ilse Schreuder |